Informatie

Op deze pagina vindt u informatie over IQ-tests bij kinderen en volwassenen. Vanwege de vele vragen over begaafdheid en hoogbegaafd bij kinderen zijn een hierover aantal thema’s verder uitgewerkt. 

Wanneer slimme kinderen niet direct de prestaties laten zien, die we verwachten, wordt er al snel gesproken over onderpresteren. Dit is eigenlijk niet terecht: de term onderpresteren geeft een kwalificatie aan het kind, terwijl het meer een kwalificatie van het onderwijs zou moeten zijn. Onderpresteren kan ontstaan doordat het onderwijs onvoldoende aansluit bij de onderwijsbehoeften van het kind. Lees hierover meer onder het kopje ‘onderpresteren’.

Om tegemoet te komen aan de behoefte van hoogbegaafde kinderen aan meer uitdaging kan worden besloten tot versneld doorstromen. Het gebeurt nogal eens dat dit niet wordt gedaan uit angst dat een kind dan problemen zou krijgen op sociaal emotioneel gebied. Uit onderzoek blijkt echter dat dit in de praktijk vaak meevalt en dat kinderen positief terug kijken op deze stap. Bij het thema ‘versneld doorstromen’ wordt verder ingegaan op verdieping, verbreding en versnelde doorstroming.

Slimme kinderen reageren vaak heel verschillend in de manier waarop ze omgaan met hun begaafdheid. Betts en Neihart beschreven in 1988 al verschillende typen hoogbegaafde leerlingen en maakten daarbij een onderverdeling in 6 profielen. Deze profielen kunnen handig zijn om een indruk te krijgen van het gedrag en de taakaanpak van een leerling en kunnen ook helpen om richting te geven aan de begeleiding. Wel moet altijd voorzichtig worden omgaan met checklists en typeringen. Ieder kind ontwikkelt zich op eigen individuele wijze. Zie voor meer info ‘profielen van hoogbegaafde leerlingen’.

Een goede begeleiding van een hoogbegaafde leerling begint altijd bij het kind zelf, samen in gesprek gaan, samen doelen stellen en samen aan de slag vanuit een basisveiligheid. Dit betekent niet dat een slimme leerling alleen maar leuke en interessante dingen hoeft te doen in de klas. Om je doelen te kunnen bereiken moet je ook leren om door te zetten wanneer het even minder interessant voor je wordt, of wanneer je fouten gaat maken. Zie ook ‘begeleiding van hoogbegaafde leerlingen in de klas’.

Veel hoogbegaafde kinderen hebben een hogere gevoeligheid voor prikkels. Dit kan soms door anderen als lastig worden ervaren, maar kan vooral ook als een kwaliteit gezien worden. Sensitiviteit hoort bij hun persoonlijkheid. Onder het kopje ‘hoogbegaafdheid en sensitiviteit’ leest u meer over de begeleiding van kinderen met hoogsensitiviteit.

Ook slimme kinderen kunnen leerproblemen ervaren. Onder het kopje ‘begaafdheid en dyslexie’ leest u meer over begaafde kinderen met lees- of spellingproblemen.